U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

De wereld op de foto

Langs acht Midden-Amerikaanse landen

 

IInleiding

 Een rondreis langs acht Midden-Amerikaanse landen. Langs in plaats van door. Zie hier het  verschil tussen een intensieve rondreis over vaak slechte wegen,waarbij bijna alle hoeken van een land worden bezocht en een rondreis waarbij slechts een haven in een land voor zeer korte tijd wordt aangedaan. Maar dan wel veel havens. Een cruise dus. Nog nooit gedaan en ook dit wilden wij eens uitproberen.

Het voordeel van een cruise is evident: je komt op heel veel verschillende plekken in vaak veel landen, waarvoor je nagenoeg niets hoeft te doen. Je ‘slaapkamer’  verhuist als het ware mee. Iedere ochtend een andere haven, steeds weer een verrassing. En aansluitend heel kort een glimp van het land ‘opvangen’. Je krijgt een beeld, je bent er geweest. Het nadeel is ook duidelijk: je zou toch wel wat meer van een land willen zien, want de excursies die je vanaf een schip kunt maken zijn beperkt, ook in afstand en tijd en niet altijd de leukste. In ons geval viel dat overigens reuze mee. We hebben in de meeste  landen best wel wat kunnen doen of zien.

Wat vooral aantrekkelijk is gebleken is de ongekende luxe aan boord. Veertien verdiepingen met vermaak, veel eten en veel barretjes, zwembaden, winkels, een sportveld, sauna, theater. Want hoewel er heel veel mensen op zo’n cruise mee gaan, in ons geval zo’n 2500 en daar zit het personeel nog niet bij, verspreidt zo’n massa zich meestal goed over het schip en zijn er zelfs ruimtes waar een serene rust heerst. Niet bij de zwembaden en de restaurants overigens, maar ook hier is altijd plaats. Het eten is voortreffelijk, en gratis, en -niet onbelangrijk- dat laatste geldt ook voor de al dan niet alcoholische versnaperingen. Rondlopen en daar ergens neerploffen en een cocktail bestellen, wij vonden het pure luxe.

Voor ons was deze reis, na 3 jaar thuis ‘opgesloten’ te hebben gezeten – want zo voelde het niet mogen reizen wel een beetje -, een groot feest. Zeker voor herhaling vatbaar maar ik loop wat vooruit.

Terug naar 8 januari 2023. Onze vlucht vertrekt vanaf Dusseldorf Airport en zal ons rechtstreeks naar Montego Bay op Jamaica brengen. Daar begint het rondje, een rondje van iets meer dan 6000 kilometer in twee weken. Jamaica, Mexico (Yucatan), Belize, Honduras, Costa Rica, Panama, Colombia, Dominicaanse Republiek en terug naar Jamaica.

 

  

Montego Bay  Jamaica

Cozumel   Mexico

        1007

Cozumel Mexico

Costa Maya Mexico

          226

Costa Maya Mexico

Belize City  Belize

          207

Belize City Belize

Roatan  Honduras

          244

Roatan Honduras

Puerto Limon Costa Rica

       1213

Puerto Limon Costa Rica

Colon Panama

         383

Colon Panama

Cartagena Colombia

         520

Cartagena Colombia

La Romana Dom. Rep.

       1180

La Romana Dom. Rep.

Ocho Rios Jamaica

         931

Och Rios Jamaica

Montego Bay Jamaica

         154

 

 

       6065

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jamaica

 

Soepeltjes worden we op het vliegveld van Montego Bay vanaf de aankomsthal naar de gereed staande bussen geleid, die ons naar de cruise terminal, zo’n 5 kilometer verderop, zullen brengen. Montego Bay is al geruime tijd een bekende badplaats, maar echt mooi kan ik het op het eerste gezicht niet vinden. We rijden over de doorgaande weg langs de baai, met links het centrum (en wat hogerop de heuvels de wat mooiere huizen) en rechts de oceaan. Het is druk langs, en op de weg. Langs de weg veel mensen die allemaal hun eigen bedoeninkje hebben, mensen die dat niet hebben – en dus straatarm zijn-, zwervers en een handvol toeristen. Er lopen figuren rond die compleet van het padje geraakt lijken. Echt Jamaica, zoals ik dit wel had verwacht. Dit blijkt later fout gedacht. In grote steden (Kingston Town is de grootste en nr. 2 is Montego Bay) kom je nogal wat armoede en dronken of verslaafde mensen tegen, maar op het platteland (waar men ook arm is, maar waar men niet verslaafd is of hoeft te zwerven) ziet alles er toch mooier, authentieker en natuurlijker uit.

Er rijdt een agent op motor voor ons uit, die de rijen auto’s (die in tegenovergestelde richting straks langs elkaar heen schuiven) probeert te splitsen om zo een smalle doorgang voor ons te maken. Zo zijn we sneller bij het schip is blijkbaar de gedachte. Geen idee waar dit vandaan komt. Of men doet dit spontaan omdat men hoopt een ‘fooi’  van je te krijgen (niet ongebruikelijk bij politie in de Derde Wereldlanden, waar ook de politie haast niets verdient) of het is van te voren  geregeld (daar zie ik het nut dan niet van in, we komen uiteindelijk toch wel bij de haven).

’s Avonds om 22.00 vertrekt het monsterlijk grote schip, een varend dorp, richting Mexico. We zitten een volle dag op zee, een aangename ervaring, en de ochtend daarna landen we op Cozumel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mexico

Cozumel ligt voor het schiereiland Yucatan, dat we in december 2015 al eens bezochten (de deelstaat heet Quintana Roo). Cozumel is een middelgroot eiland, 48 km lang en 16 km breed. De grootste plaats, ons schip legt hier ook aan, is San Miguel de Cozumel met 77.000 inwoners. Cozumel is een populaire toeristenbestemming (duiken) en ook een geliefde aanleghaven voor cruiseschepen. We stappen in een boot die ons naar het noorden van Cozumel zal brengen. Daar stappen we na drie kwartier varen af op het eilandje Isla Pasion. Er staat een klein kerkje en er zijn enkele schitterende stranden. We brengen de rest van de dag hier op dit prive-eiland door. Heerlijk nietsdoen op een tropisch eiland. Het weer is overigens perfect. Dat zal de hele reis zo blijven: bijna altijd zonnig, geen druppel regen en tussen de 25 en 32 graden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende stop ligt relatief dichtbij Cozumel,  langs dezelfde kust: Costa Maya. Het ligt bij het kleine plaatsje Mahahual. In de jaren ‘nul’ (2000-2010) besloot men dit toeristisch te ontwikkelen, de paar honderd locals zouden hier baat bij hebben. Het werd een megaproject waar veel meer mensen dan de locals baat bij zouden hebben. Er werd een weg er naar toe en een cruiseport aangelegd, en vlak daarbij, 3 km buiten Mahahual, verrees een compleet toeristendorp. Veel winkels, vertier en vermaak, restaurants en bars en een prachtig stukje strand met wit zand. Op en top toeristisch dus. Vanuit deze plek kun je nogal wat excursies doen, vooral naar Maya ruines (Chacchoben, of zelfs Tulum wat behoorlijk wat noordelijker ligt), er zijn koraalriffen, mooie witte stranden en je kunt naar de mangroven varen. Voor de cruisepassagiers is er dus het pretdorp vlakbij de haven. We lopen er doorheen, maar zijn na een uurtje toch wel klaar. Het is erg leuk voor mensen die de Mayaruines of mangrovebossen nog niet kennen. Wij maken deze excusrsies niet (we houden niet zo van herhalingen) en zijn al vroeg weer op het schip, waar een prachtig zwembad en de gratis drankjes lonken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belize

Belize City is een kleine, wat rommelige tropenstad. Zoals zo vaak, en zoals we nog zullen zien op deze reis, is het havengebied niet echt mooi of de moeite waard. We stappen van het schip af in een klein bootje en varen daarmee richting de Belize rivier, die even noordelijk van de stad in zee stroomt. Aanvankelijk varen we met de snelweg naar het vliegveld naast de rivier, maar op een gegeven moment buigt de weg af, wordt de begroeiing aan de oevers dikker en komen we in wat een regenwoud zouden kunnen noemen, met wat kleine dorpjes aan de rivier.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Belize City was altijd de hoofdstad van het land, maar de stad is in 1961 verwoest door de orkaan Hattie; daarbij vielen 275 doden. De regering besloot om de hoofdstad niet meer aan zee te willen hebben maar in het binnenland. De plaats Belpoman werd gesticht, waar de regering sinds 1970 gehuisvest is. Met ruim 12.000 inwoners is het een van de kleinste hoofdsteden ter wereld. Belize City is met 60.000 nog altijd de grootste stad van het land, waar ruim 300.000 mensen wonen. Een ministaat dus. De kust regio’s zijn moerassen en mangrovebossen en zijn ook vlak. We stappen uit de boot en rijden richting Belmopan. Een niet al te boeiend landschap met de heuvels aan de horizon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vlak bij het dorp La Democracia ligt Belize Zoo. Inderdaad: een dierentuin. In deze dierentuin uit 1983 leven inheemse, verweesde en geredde dieren in hun natuurlijke habitat. In deze dierentuin uit 1983 leven inheemse, verweesde en geredde dieren in hun natuurlijke habitat. Alle dieren die je er ziet (zoals tapirs, poema’s, luiaards, brulapen etc) komen ook echt in Belize voor. We maken een relaxte wandeling. Daarna rijden we via Hattieville weer terug naar de haven in Belize City. Hattieville was oorspronkelijk een vluchtelingenkamp, dat de ontheemden van de orkaan Hattie moest opvangen. Nu wonen er 1300 mensen in een typisch tropisch dorp, lekker kleurrijk en wat rommelig.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Terug in Belize City proberen we Amerikaanse dollars te scoren. Een fout die wij als ervaren reizigers niet hadden mogen maken: we hebben alleen plastic geld, creditcards en bankpasjes, bij ons. In dit soort landen kun je daar niet mee betalen, zoals wij - verwend al we zijn - gewend zijn van Nederland. Het is lang geleden dat wij papieren geld in onze handen hadden en dachten dat dit ook nu niet nodig zou zijn Fout!. Cash geld willen ze hier zien. Geld opnemen kan wel, en dat proberen we al dagen te doen. Dollars belooft de geldautomaat ons, ja die willen we. We nemen er 400 op. Maar je kunt alleen lokaal geld opnemen. We zitten dus met 400 Belizaanse dollars, die we nergens kunnen gebruiken: niet aan boord, niet in de landen die nog volgen. Pas in Colon (Panama) lukt het om Amerikaans cash geld te scoren, want in Panama, ja daar zit al decennia lang het (Amerikaanse) geld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Honduras

Voor de noordkust van Honduras liggen de Bay Islands. Het grootste daarvan ligt 60 km van het vasteland af en heet Roatan. Roatan mag je gerust een paradijselijk eiland noemen. Dat komt niet in het minst door het Belize Barrier Reef, dat voor de kust ligt en dat het op een na grootste Reef ter wereld is (na Great Barrier Reef voor de Australische oostkust). Prachtig koralen en er zwemmen mooie gekleurde vissen rond. Het is dan ook een snorkel en duikbestemming van belang. De stranden zijn wit, de zee blauw, het landschap groen (het midden van het eiland dat60 km lang is en 8 km breed is jungle).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op het eiland wordt Engels gesproken. De inlanders hebben lange tijd onder Britse overheersing gestaan. Ze voelen zich ook niet zo verbonden met Honduras, zelf zeggen ze: ‘ met het vasteland’ , want ze zijn natuurlijk zelf ook Honduras. Enkele tientallen jaren geleden begon de trek van de Spaans sprekende mestiezen van het vasteland naar Roatan, waardoor de bevolking hier verdriedubbelde. Ze maken nu 51% van de bevolking uit. Naast het Spaans is het Engels hier gebleven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het toerisme viert hier hoogtij, zonder dat we het overdreven druk of toeristisch vinden. We rijden vanuit de hoofdplaats Coxen Hole over het eiland: een prachtig groen eiland, een relaxte sfeer en af en toe een fraai doorkijkje naar de mooie blauwe oceaan. Langs de kust zijn er genoeg hotels en stranden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We bezoeken een iguanafarm, een plek waar iguanas worden opgevangen en beschermd, want deze leuke diertjes hebben het niet gemakkelijk op het eiland, zoals overal in de Cariben. Ze worden namelijk graag gegeten. We stoppen daarna bij een Beach Club op het strand. Het is hier heerlijk ontspannen. Roatan, we kunnen het voor een wat langere vakantie aanraden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Costa Rica

De afstand naar de oostkust van Costa Rica is zo groot, dat we weer een hele dag op zee hebben. Vervelend is dit zeker niet. We vermaken ons prima: het schip biedt zo veel mogelijkheden. Het zwembad (er zijn der twee op het schip) is een van de plekken waar we graag komen, omdat het er goed toeven is.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De volgende ochtend hebben wij bij het wakker worden uitzicht op een grijze lucht en een rommelige haven. Limon is geen mooie stad, dat wisten we al toen we er in 2002 waren, als onderdeel van een Costa Rica rondreis. Het is de grootste stad (60.000 inwoners) van het Caribische deel van Costa Rica en dat is minder mooi, vind ik en de meesten met mij, dan de rest van het land.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De stad ontstond snel in de tweede helft van de19e eeuw. In 1854 werd begonnen met de aanleg van d spoorlijn naar de hoofdstad San Jose (niet meer in gebruik). Daarvoor werden Jamaicanen geworven. Deze mensen mochten van de regering echter niet buiten Limon wonen, en zo vestigden zij zich massaal in de nieuwe stad Limon, dat tegenwoordig ook nog steeds een stad is met een sterke Jamaicaanse component. De haven groeide vanwege de bananenexport naar Europa (nog steeds heel belangrijk voor de stad) en dat maakt dat er niet zo gelet werd op de schoonheid van de stad. Bovendien – naast de continue klamme hitte - regent het hier enorm: 3600 mm (3 tot 4 keer de hoeveelheid van Nederland). Dat maakt dat veel gebouwen in slechte staat verkeren. Druk is het er wel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We varen vanaf de haven naar Tortuguero, althans de uitlopers ervan. Tortuguero is een bekend en bijzonder mangrovegebied met veel dieren en planten. We glijden een uur over het water en zien weliswaar hier en daar iets, maar niet zo veel als we ons herinneren van onze vorige tocht hier.

’s Middags rijden we naar het zuiden richting Cahuita en Panamese grens. Deze rit vond ik veel aantrekkelijker: het landschap is weelderig groen en heel tropisch. Een genot om hier te zijn. Na zo’n 50 km, dichtbij Cahuita, bevindt zich het Sloth Sanctuary, de opvang voor luiaards. Het is goed dat dit soort opvangplekken er zijn, we hebben ze in bijna alle bezochte landen wel gezien. We horen trieste verhalen. Een moeder luiaard wordt uit een boom geschoten, de baby die zich aan haar vast klemt valt met haar mee, maar overleeft het in tegenstelling tot de moeder. Deze baby is nu verlamd, maar heeft desondanks een goed leven hier. Er zo zijn er meer verhalen. Ongelooflijk hoe wreed mensen kunnen zijn tegen dieren. Het raakt ons wel.

We rijden door het prachtige landschap weer terug naar Limon, waar we ons aan boord te goed doen aan een wel heel uitgebreide lunch, want ‘ we are starving!’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Panama

Colon is eveneens een havenstad, gelegen in de vrijhandelszone die is ingesteld rondom het Panamakanaal. Deze havenstad werd in de vorige eeuw van groot economisch belang, mede door de ligging nabij het door Amerika gefinancierde Panamakanaal. De vrijhandelszone rond het kanaal was tot 31 december 1999 overigens gewoon Amerikaans grondgebied! De neergang kwam in de vijftiger en zestiger jaren, en daarna in de jaren tachtig en negentig, onder het regime van dictator Noriega. Vandaag de dag is 40% werkloos en leeft onder de armoedegrens. Dit maakt dat de stad veel criminaliteit kent. Toch zie ik ook grote bedrijvigheid, veel nieuwe gebouwen en minder verval dan in Limon. We verlaten de stad met een bus en belanden op het platteland van Panama. Dit is een grote verrassing, want de natuur blijkt er zeldzaam mooi. Groene bossen, heuvels en meren trekken aan ons voorbij. Van de kust naar het midden van het land loopt het omhoog naar de bergen, de natuur is hier nog onaangetast. Het is zonder meer idyllisch te noemen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We rijden 40 km naar het zuiden, naar het Parque Nacional Soberania, dat zich tot bijna Panama-stad uitstrekt. We gaan op bezoek bij de Embera-indianen. Nadat zij niet meer nodig waren bij de economische bedrijvigheid rondom aanleg en exploitatie van het Panamakanaal werden zij terug geworpen op zichzelf. Ze leven betrekkelijk geïsoleerd, maar gelukkig is het toerisme hier een belangrijke inkomensbron geworden. We zien het dorp, de hutten, de mensen. Kinderen die blij en vrolijk zijn, volwassenen die er redelijk relaxt bij lopen. Ik heb geen idee of dit schijn is, maar schijnbaar is het leven niet echt slecht. We vonden het een bijzonder leuke ervaring. Met een kano over een meer, vervolgens rivier en een bezoek aan het prachtig gelegen dorp. Natuurlijk wordt er van alles gedemonstreerd (er moet toch iets verkocht worden) en worden er dansjes uitgevoerd. Maar verder kunnen we gewoon door het dorp lopen en proberen contact te maken.

We zijn bijzonder tevreden over ons verblijf in Panama.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Colombia

Een bestemming, waar ik, net als Panama, naar uitgekeken heb. Niet in het minst om het bezoek aan de stad Cartagena.

Het is een sprookjesachtige stad met een prachtig bewaard gebleven eeuwenoude koloniaal centrum. Dit historisch centrum met vele pleinen en geplaveide straatjes is een verzameling van eeuwenoude koloniale panden met sierlijke gekleurde balkonnetjes, kleurrijke gevels en enorme kerken. Tijdens de Spaanse heerschappij heeft Cartagena het vaak zwaar te verduren gehad maar wonder boven wonder is de charmante binnenstad ontzettend goed bewaard gebleven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Cartagena is tegenwoordig meer dan het eeuwenoude centrum. Als we de cruiseport naderen zien we een grote verzameling witte wolkenkrabbers. Manhattan in Zuid-Amerika, zou je kunnen zeggen. Het is de nieuwe wijk Bocagrande, een mooie tegenhanger van de oude stad. Een indrukwekkende skyline. Cartagena is vandaag de dag een echte metropool, het heeft iets meer dan 1 miljoen inwoners.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We rijden door de wijk Gethsemane (vroeger nogal crimineel, tegenwoordig een gezellige wijk met veel street-art en cafe’s, wat rauwer dan de binnenstad) naar het kasteel Castillo San Felipe de Barajas. Het fort ligt op een kleine heuvel, zodat de binnenstad vroeger mooi in de gaten kon worden gehouden. Het is hier druk en we maken al snel kennis met de vasthoudendheid van het leger van verkopers en de dames in mooie Colombiaanse klederdracht. Want hoewel het ons niet deert, toeristisch is Cartagena zeker wel. Het komt echter ook de gezelligheid in de oude stad wel ten goede. Het hoort er allemaal bij.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Je hoeft in de binnenstad niet nerveus van bezienswaardigheid naar bezienswaardigheid te rennen. Je wandelt gewoon door de smalle straatjes en over de pleinen, en je komt vanzelf alles tegen. De binnenstad is niet echt klein, maar wel goed te bewandelen. Het is overigens wel ongelooflijk heet. Later horen we dat het die dag 38 graden was. En dat in januari. Het is hier het hele jaar door zo warm en in de zomermaanden valt er bijna onophoudelijk overvloedig regen.

Er wordt verondersteld dat het verhaal van het prachtige boek ‘ Liefde in tijden van cholera’  van de Colombiaanse schrijver Gabriel Garcia Marquez zich in de oude binnenstad van Cartagena afspeelt. In gedachten zie ik Fiorentino Anza of Fermina Daza door de schitterende straten lopen. We slenteren hen na, en strijken af en toe neer op een gezellig terrasje of in een restaurantje.

Tevreden rijden we terug naar ons schip. Het was bijzonder warm, maar wel erg de moeite waard.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dominicaanse Republiek

Ons achtste land alweer. Na een zeedag komen we aan in La Romana, de tweede stad van de Dominicaanse Republiek met ongeveer 150.000 inwoners. Eveneens een havenstad (er wordt suiker geëxporteerd) en ook wel door toeristen goed bezocht; ze komen hetzij van de cruiseschepen die hier aanleggen of ze maken een dagtocht vanuit Punta Cana waar veel ‘strand-,zon- en zeevakanties’ heen gaan. Het is op zich geen erg interessante stad, de omgeving is dat wel. Voor La Romana ligt het eiland Isla Catalina, een mooi tropisch eiland en geliefd bij toeristen. En er is Altos de Chavon.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We rijden de stad uit, 15 km naar het oosten. Het landschap is hier groen en de rivier de Chavon stroomt mooi door een klein dal. We varen ontspannen over de rvier en genieten van de stilte en de natuur. We rijden daarna een klein stukje naar Altos de Chavon. Dit is een reconstructie van een 16e eeuws mediterraan (dus Europees) dorp, naar een idee van twee Amerikanen. Het kerkje en de huizen zijn mooi gebouwd, in Italiaanse stijl. Het is niet druk als we er zijn, maar we begrijpen dat dit toch een belangrijke attractie is. Er is een amfitheater met 5000 plaatsen, waar enkele beroemde artiesten hebben opgetreden. Het is in een mooie groene parkachtige omgeving gelegen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mein Schiff 1