U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

De wereld op de foto

Alaska algemeen/inleiding

The last frontier. Een veel gehoorde benaming voor Alaska. Verder dan dit kun je niet, na Alaska houdt alles op (voor de Amerikanen dan, want we hebben natuurlijk ook nog de Noordpool).

Excentrisch gelegen (ver verwijderd van de USA zelf), ingeklemd tussen het grote Canada en het nog grotere Rusland (Siberië). Alaska ligt niet alleen in een uithoek van de wereld, maar is ook enorm van oppervlakte, 44 keer Nederland (even groot als de drie staten Californië, Texas en Montana samen). Het is het land van de grote leegte. Er wonen op dit hele grote stukje aarde slechts 750.000 mensen, waarvan meer dan de helft in de agglomeratie Anchorage. Meer dan 90% is natuur en wildernis en is in het bezit van de overheid.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Ketchikan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De overvloed aan puur natuur maakt Alaska tot een van de mooiste bestemmingen om te bezoeken, hoewel je niet gemakkelijk overal komt. Hoewel Alaska deels redelijk ontsloten is, moet je nog altijd vaak de boot of het vliegtuig nemen (het wegennet is zeer beperkt) en wordt het in het binnenland en naar het noorden toe steeds moeilijker om te reizen. Van Whittier/Anchorage naar Denali en Fairbanks in het noorden loopt een mooie treinverbinding. Reizen in Alaska is hierdoor niet echt goedkoop. Maar dat is deze staat, althans voor de toeristen, sowieso niet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ketchikan

De Verenigde Staten kochten Alaska in 1867 van Rusland voor ‘slechts’  7,2 miljoen dollar. De Russen gingen met zo’n laag bedrag akkoord omdat ze dachten dat er toch niets te halen viel. Bovendien lag het te ver weg van Moskou om goede controle te houden. De Amerikanen bleken goed te hebben gegokt: er werd o.a. goud, steenkool en olie gevonden en tegenwoordig brengen de toeristen ook aardig wat geld in het laatje. In 1959 werd het de 49e staat van de USA. Vooral onder Amerikanen is Alaska mateloos populair. Nederlanders zie je er bijna niet, wij waren in dat opzicht een beetje een ‘bijzonderheid’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ketchikan

Afgezien van de stadjes langs de kusten van het zuidoosten en zuiden, vaak hebben ze niet meer dan een paar honderd of een paar duizend inwoners, zijn Fairbanks in het hoge noorden en Anchorage in ‘Central South’ de enige echt grote steden. Verder is het wilderness, wilderness en nog eens wilderness. De dorpjes die je hier af en toe nog tegen komt, zijn niet meer dan nederzettingen met het hoogst noodzakelijke om te kunnen leven en wonen.

De Alaskans zijn duidelijk trots op hun mooie staat. Het ‘We Alaskans’ gevoel leeft wel. Sprekend over de rest van de USA, ver verwijderd van hun staat, hebben ze het over de ‘48 below’, die 48 staten daar ergens beneden. Nr. 50 (Hawaii) is ook zo’n apart (gelegen) geval.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Juneau

 Veel mensen denken bij Alaska aan extreme kou. Deels is dat waar en prachtig weer is het zeker niet altijd. Om te beginnen is het zuid-oostelijk aanhangsel (de smalle strook tussen de oceaan en Canada) nogal nat. In de winter niet eens zo heel koud maar wel erg vochtig dus. In Whittier valt jaarlijks 5000 mm regen en ook Ketchikan staat bekend als een natte plaats. In Anchorage en nog noordelijker richting Denali en Fairbank is het overdag zo’n -5 graden en ’s nachts – 20. In Yukon, grenzend aan Oost-Alaska, kan het met -30 tot -40 graden nog kouder zijn. Het is er wel droger. De winter duurt lang en de dagen zijn van december tot en met februari met een enkel uurtje licht wel heel kort. In april en mei ontdooit het bevroren deel van Alaska en breekt de lente aan. Een mooi tijdperk begint. Alles wordt groen en alles groeit en bloeit, de zomerdagen zijn lang. Van eind mei tot half september is het in Alaska zomer en geniet iedereen van het feit dat ‘alles een stuk gemakkelijker is’. In het binnenland (Fairbanks) kan het geregeld met gemak 25 graden worden. Over de kusten van het zuiden en zuidoosten trekken dan nog wel geregeld buiengebieden over bij 10 tot 15 graden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Juneau

Ons plan is om eerst van Vancouver (Canada) naar Whittier te varen, een afstand van 2050 km. De tocht langs de fraaie kust van Zuidoost Alaska zal zeven dagen in beslag nemen. Dan volgt een tour over land: 11 dagen door het hart van Alaska naar het afgelegen Yukon en dan weer terug (vliegen) naar Vancouver.

De reis naar de boot

De heenreis naar ons schip verloopt iets anders dan gepland en verwacht. Net als we op het punt staan ons huis te verlaten, check ik mijn email en zie ineens een berichtje van Lufhansa: Your flight has been cancelled. Zo maar. Doe het er maar mee. Vol ongeloof, en vooral lichte paniek, bellen we met Holland America Line die dit heeft geboekt voor ons (“Op Zaterdag is er bij ons niemand op kantoor zoekt u het zelf maar uit”). Dan maar bellen met Lufthansa (“Nee, er gaat geen latere vlucht zodanig dat u het schip in Vancouver nog kunt halen”) en tenslotte een uur met het kantoor van Holland America Line in Seattle (het is daar zes uur in de ochtend) aan de lijn gezeten. Uiteindelijk komt er een minder leuke, maar ‘aanvaardbare’ (noodgedwongen) oplossing. We vliegen later naar Frankfurt en Vancouver, hotel in Vancouver, vlucht naar Seatlle, vlucht naar Ketchikan (Alaska), hotel in Ketchikan en de volgende dag aan boord gaan van het schip dat dan net is komen aanvaren. Twee dagen cruise gemist en een hoop gestress, veel vliegen, maar eindelijk zijn we er dan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mendenhall Glacier

Ketchikan

Na een korte vlucht  van Vancouver naar Seattle, vliegen we in twee uur van Seattle weer noordwaarts, naar Ketchikan. We landen er op een regenachtig vliegveldje. Het vliegveld is zeer klein en weinig luxueus. Het gat er nogal primitief aan toe, maar het is wel een feit dat Ieder dorp hier een vliegveld, want vliegen is een belangrijke, en vaak enige, vorm van vervoer. Dus heel mooi kan het nergens zijn. Als we het luchthavengebouwtje door de achterdeur binnenkomen, pakken we na een paar meter onze koffers, die keurig op een rijtje staan, en lopen we na nog een paar meter weer door de voordeur naar buiten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een straatje oversteken en onmiddellijk komen we op een helling die naar beneden loopt, naar een veerpont. Het vliegveld ligt op een klein eilandje voor de kust van Ketchikan, er is geen brug naar het dorp maar er vaart een pontje. Voor ons lopen acht mensen die plotseling beginnen te rennen. De pont wil blijkbaar vertrekken. Wij rennen er achteraan, maar met twee zware koffers en omhangen met camera, rugzakken etc. gaat dat niet zo snel. De acht springen nog net op tijd aan boord, maar als wij er enige seconden later de stap tussen wal en schip willen maken gaat de klep omhoog. Weg vaart het pontje, ons verbouwereerd achterlatend. Wat een shit-welkom in Alaska, denken we, hoe is het mogelijk, wat een hork. Daar staan we in de druilerige regen, donkere grijze wolken jagen voort, de wind blaast. Alaska, fijn!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Juneau downtown

Het wordt gelukkig  beter. Aan de overkant weten we een taxi te bemachtigen, we bereiken de B&B en ’s middags rijden we naar het stadje dat zeven kilometer verderop ligt. Het weer is nog altijd heel fris en vochtig. Weinig mensen op straat. Dat zal de volgende dag anders zijn. Op dagen waarop hier een cruiseschip arriveert, komen er een paar duizend toeristen de boot uitlopen, die het stadje overspoelen. Als ze ’s vonds tegen vijven hun schip weer opzoeken, is het stadje leeg en uitgestorven. Vandaag zijn er geen cruiseschepen, dus het is erg rustig. Het is voorseizoen nog, dus ook de natuurliefhebbers, vissers etc. zijn er nog niet. We lopen wat rond en eindigen in een visrestaurant, what else kun je hier verwachten? Het smaakt prima. Kerels in houthakkershemden roken buiten hun sigaretje en drinken hun biertje. Het blijken ook daadwerkelijk houthakkers te zijn. Veel mensen verdienen hiermee hun brood, de rest werkt in het toerisme.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Juneau

De volgende dag is eveneens voor Ketchikan. Ketchikan ligt in het meest zuidelijke deel van het zuidoosten van Alaska op Revillagigedo Island, 1100 kilometer ten noordwesten van Seattle, Washington, en 378 kilometer ten zuidoosten van Juneau, Alaska. Het wordt omgeven door het Tongass National Forest, Omdat er zoveel bos is, is er feitelijk weinig ruimte voor bebouwing en het stadje strekt zich dan ook over een aantal kilometers uit langs de smalle zone tussen zee en bos. In Juneau, Alaska’s hoofdstad, zie je hetzelfde.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Juneau

Ketchikan is een van de grotere plaatsen met 8200 inwoners, is sinds 1900 een officiële stad en hiet is ook de eerste stad ooit in Alaska. ‘The first city in the last frontier’.  Het is ook letterlijk de eerste stad die je tegenkomt als je vanuit Canada Alaska binnenvaart.

Weliswaar is het hier in 100 jaar tijd ‘ontgonnen’ en is Alaska verworden tot een welvarende, hoewel lang niet altijd overal gemakkelijk bereikbare en begaanbare, staat. Toch hangt nog veel op plaatsen een pionierssfeertje. Dit is overal te merken, en dus ook in Ketchikan. Veel huizen herinneren aan de tijd van het ‘ wilde westen’: ze zijn of echt meer dan 100 jaar oud en stammen dus uit de begintijd of lijken op wildwest bebouwing. Veel achterstallig onderhoud ook. Ook in Yukon zullen we dit zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Skagway

Duidelijk is wel dat Ketchikan, net als de andere ‘steden’  die we bezoeken, veel hecht aan haar korte roemruchte historie. Overdag begint ’s morgens vroeg de stroom toeristen op gang te komen als de cruiseschepen die Ketchikan als vaste aanleghaven hebben hun deuren openen. Het wordt dan bijzonder druk en – hoewel toeristisch – ook wel gezellig.

We gaan tegen de toeristenstroom in eerst onze hut op het schip inwijden en wandelen dan weer door de stad. Het valt ons op dat er veel totempalen te zien zijn. Men heeft geprobeerd de oorspronkelijke inwoners (The first nations) hiermee een zinvolle bezigheid te verschaffen en om hen ook wat te laten verdienen aan het toerisme.  Het is wederom een natte dag. Het klimaat is hier zoals gezegd zeer nat, 3800 mm regen per jaar. De lucht is voortdurend grijs en zwart, het motregent heel fijntjes, de wolken jagen voort richting de bergen, maar het is niet echt koud, zo’n 12 graden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Skagway

Van Ketchikan naar Juneau is het  326 km. De tocht voert langs zeearmen, fjorden en de eilanden voor de kust. Het is mooi, maar door het grijze weer ook soms wel een beetje saai en teleurstellend. Dat gaat gelukkig wel veranderen, heel snel zelfs.

Juneau

Juneau is de hoofdstad van Alaska. Het is niet de grootste stad van Alaska, dat is Anchorage met 300.000 inwoners. Je ziet dit in veel meer Amerikaanse staten, de hoofdstad is dan betrekkelijk klein en er zijn minimaal 3 of 4 grotere steden in zo’n staat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Skagway

Juneau ligt er ongeveer hetzelfde bij als veel andere kustdorpen in het zuiden en zuidoosten van Alaska. Ook hier een smalle bebouwde strook tussen zee en bergen. Het lijkt dan misschien ook op de meeste andere dorpen, alleen is het iets groter en je zou het een stad(je) kunnen noemen. De stad, met 32.000 inwoners, gezellig ‘ingericht’. Het is er prettig wandelen.

Behalve een wandeling door de stad (waarbij we weer veel totempalen tegenkomen!) maken we een tour naar Mendenhall Glacier. Deze bekende en veel bezochte gletsjer ligt bijna 20 km ten noorden van Juneau en loopt 8 km lang door een bosgebied om uiteindelijk in het Mendenhall Meer uit te monden.  Er is een interessant bezoekerscentrum, er zijn wandelpaden langs het meer richting de gletsjer en een waterval. Het is hier niet druk wat betreft bezoekersaantallen en we genieten van het landschap. De gletsjer doet ons denken aan die in Perito Moreno in Argentinie, die we in 2007 bezochten.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Skagway, bar rond 1900

Gek genoeg is Juneau op geen enkele manier van buitenaf via de weg te bereiken. Er zijn in de stad en omgeving wel geasfalteerde wegen, maar over deze wegen leiden nergens de stad en omgeving uit.

Skagway

Goud, goud en nog eens goud. Overal in deze streken wordt je geconfronteerd met de goldrush van 1896 en de daarop volgende jaren 1897-1899. Veel nederzettingen danken zelfs hun bestaan aan de goldrush. Zo ook Skagway, dat in 1897 - een jaar na het begin van de goldrush, zie hierna - werd gesticht.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

First Nations,  Skagway, rond 1900

Toen in augustus 1896 goud werd gevonden bij de plek waar nu Dawson City (Canada) ligt, kwamen tienduizenden ‘gelukszoekers’  naar dit gebied. Ze reisden meestal via de Inside Passage langs de eilanden voor de Noord­Amerikaanse westkust naar de plek waar nu het stadje Skagway ligt. Dan waren ze er echter nog niet, integendeel: dan begon het pas. Het was van Skwagway naar het goudgebied nog zeker 700 kilometer. Ze moesten eerst lopend de steile Chilikoot Pass oversteken. Als die hindernis was genomen, lieten de goudzoekers zich met gammele schepen of vlotten de Yukon afzakken, waar ze gevaarlijke stroomversnellingen als de Whitehorse Rapids en Grand Rapids moesten bedwingen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Tussen Skagway en grens Alaska-Yukon

Ze streken neer op een vlak stuk land waar de Klondike en Yukon samenstroomden. Daar ontstond Dawson City. De tocht was lang en bar, men had niet op de extreem lage temperaturen gerekend of was er niet op voorbereid. Velen werden dan ook ziek, of haalden de eindstreep anderszins niet. Het is natuurlijk ook gekkenwerk als je bedenkt dat je eerst naar Skagway moet zien te komen, wat nog ‘gemakkelijk’  is omdat het aan de kust ligt, en dan 700 km door het barre landschap – er waren totaal geen voorzieningen – moest en extreme kou moest verduren. Plus de voorraden die je verplicht was om mee te nemen, voldoende om maanden lang van te kunnen leven.

Nu loopt de 715 km lange Klondike Highway van Skagway naar Dawson City. Nog altijd een uitdaging, maar goed te doen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Skagway is een charmante, redelijk toeristische nederzetting. Er rijdt een treintje rond, die je uiteindelijk naar de White Pass brengt. De treinroute tussen Skagway en White Pass is geweldig. De smalspoorlijn is gebouwd in 1898 tijdens de Klondike Gold Rush. Je krijgt het adembenemende panorama van bergen, gletsjers, schragen en tunnels voorgeschoteld. De White Pass & Yukon Route is de populairste kustexcursie van Alaska.

Een andere leuke tocht is om vanuit hier Yukon (Canada) in te gaan. Wij kiezen voor deze tocht omdat we hierna nog enkele tochtjes per trein zullen maken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

We gaan richting de Canadese grens, die niet ver weg is. Dan rijden we Yukon binnen. We gaan hoger en hoger de bergen in en het weer klaart voor het eerst deze reis fantastisch op. Het is niet direct warm, maar de zon schijnt. De bergflanken zijn steeds vaker met sneeuw bedekt. Na verloop van tijd keren we om en rijden deze prachtige route in omgekeerde volgorde, terug naar Skagway. Een fijne dag.

In Skwagway ligt aan de hoofdstraat (Broadway) de Albert Reinert’s Mascott Saloon. Dit  is een reconstructie van hoe het hier op dezelfde plek rond 1900 aan toe ging: de barman achter de bar, het tafeltje met stukken vlees en grote pullen bier. Het was hier in de rimboe destijds hard werken dus na het werk mocht het ook smaken. Er hangen ook oude foto’s die de sfeer van toen mooi weergeven. Skagway is een dorp om heerlijk rond te wandelen en te genieten van de huizen (in de ‘wild west’ stijl) uit de tijd van rond 1900.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Yukon

Van Skagway naar Anchorage is het  790 km door de lucht. Per boot, zoals wij het doen, zal het niet veel meer zijn. Via Glacier Bay (gletsjers, ijsbergen) zullen we in enkele dagen naar Whittier varen. Hier zullen we aan land gaan en de trein naar Anchorage nemen (96 km).

Glacier Bay

Er zijn negen gletsjers die in Glacier Bay, ten westen van Skagway, uitmonden, namelijk Carroll, Rendu, Great Pacific, Margerie, Johns Hopkins, Gilman, Lamplugh, Reid en Hoonah.

Margerie en Great Pacific zijn de mooiste en dus ook de bekendste. We varen een volle dag met aangepaste snelheid door dit gebied. Hoewel het erg fris is op het dek, genieten wij volop van dit natuurschoon. Een vergelijking met Antarctica dringt zich wel op.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Glacier Bay